Getuigenis

13 November 2019

Peter Sluydts – Productieleider Deliva N.V.

Productintegriteit en PIA – Belofte maakt schuld

13 November 2019

Als afnemer of consument vertrouw je erop dat de producten die je in handen krijgt overeenkomen met wat je ervan verwacht of wat ze beloven. Toch is dit niet altijd het geval. Niet-doelbewuste verontreinigingen met een risico voor voedselveiligheid beheersen we via HACCP. Het Food Defense Plan beperkt het risico op moedwillige sabotage. En op basis van een kwetsbaarheidsanalyse van grondstoffen en leveranciers worden maatregelen genomen om voedselfraude te vermijden.

Hoe groot is het risico dat er intern in het bedrijf, bewust of onbewust, zaken fout lopen waardoor we producten afleveren die niet voldoen aan de afspraken die we maakten met onze klant? Of de beloften die we, via etikettering of reclame, doen naar de consument toe? Enkele voorbeelden: Hoe garanderen we dat voor klant Z enkel grondstoffen gebruikt worden van leverancier X en niet van leverancier Y? Is de integriteit van registraties gewaarborgd? Komt de productintegriteit onder druk te staan wanneer de klant onredelijke eisen stelt met betrekking tot levertermijnen? Hoe groot is de kans dat het niet-BIO restpalletje toch bij BIO terechtkomt? Of dat de aankoper onder één hoedje speelt met de leverancier?

Dit is het domein van productintegriteit: borgen dat het product (inhoud + verpakking) volledig voldoet aan en overeenkomt met de informatie op de verpakking, maar evenzeer op overige wijze naar afnemers en consumenten wordt gecommuniceerd.

Voornamelijk retailers leggen via uitgebreide lastenboeken en specificaties hun eisen vast: beperking in leverancierskeuze, duurzaamheidseisen, verbod op gebruik van bepaalde additieven, eisen met betrekking tot oorsprong, … En belofte maakt schuld. Eens ondertekend houdt dit in dat elke levering hiermee conform moet zijn. Indien daar om een bepaalde reden niet aan kan worden voldaan, wordt minstens openheid in communicatie en overleg verwacht.

Productauthenticiteit vonden we al terug in de British Retail Consortium (BRC) Global Standard for Food Safety. In versie 8 wordt specifiek vereist dat dit ook opgenomen wordt in de beleidsverklaring en in het kwaliteitsoverleg. De ‘product integrity assessment’ of PIA die enkele jaren geleden door AHold/Delhaize ontwikkeld werd, gaat echter nog een stuk verder. Heel wat bedrijven hoorden het donderen in Keulen wanneer hen gevraagd werd om de product- en data-integriteitsrisicoanalyse te tonen of werden omvergeblazen door de zeer vergaande eisen met betrekking tot het garanderen van 100% sluitende massabalansen.

Ook IFS heeft deze ontwikkelingen op de voet gevolgd en lanceerde in april 2019 een eigen IFS PIA. Die neemt in grote lijnen de vereisten van de AH/Delhaize PIA over; er wordt een sterk engagement van het management verwacht, een volledige risicoanalyse van alle processen binnen het bedrijf die een impact kunnen hebben op productintegriteit en vervolgens een aantoonbare bewaking van die processen.|

De 2-daagse evaluatie door een door IFS aangestelde certificatie-instelling is een benchmarkevaluatie waarbij nagegaan wordt in welke mate een onderneming adequaat omgaat met risico’s rond productintegriteit. De vereisten die gecontroleerd worden, vormen de benchmark. De evaluatie leidt tot een rapport en een eindscore, die de verdere evaluatiefrequentie bepaalt. Klanten bepalen zelf welk niveau ze van hun leveranciers verwachten en welke mate van naleving voor hen aanvaardbaar is. De IFS PIA wordt in 2019 in Nederland en België uitgerold; in 2020 volgen alvast Frankrijk en Duitsland.

Voorlopig betreft dit een vrijwillige module. De kans dat retailers zo’n evaluatie in de toekomst als extraatje zullen eisen bovenop de IFS Food is echter niet denkbeeldig.

Deze bijdrage is van Kristien Neyts (Quality Coaching)

Getuigenis

1 Oktober 2019

Ruben Lambilotte – HR Manager Deliva N.V.

Verpakkingsmaterialen: het migratievraagstuk (on)opgelost?

1 Oktober 2019

Levensmiddelen komen voortdurend in aanraking met andere materialen, al voor en tijdens de productie. Denk aan machineonderdelen, hulpmiddelen zoals handschoenen, trechters, emmers, dichtingsringen, … of ander (klein) contactmateriaal. De belangrijkste contactmaterialen zijn uiteraard de verpakkingsmaterialen waarmee voedingsmiddelen op de markt worden gebracht.

Verpakkingsmaterialen hebben meerdere functies. De eerste is een barrièrefunctie, met andere woorden; het beschermen van levensmiddelen tegen invloeden van buitenaf zoals bacteriën, stof, vocht, …. Verder houden ze producten bijeen om ervoor te zorgen dat ze eenvoudiger gedistribueerd kunnen worden. Ze maken het ook mogelijk om met de eindconsument of gebruiker te communiceren (marketing, informatie en etikettering). Daarnaast faciliteren ze het gebruik van een levensmiddel aan de hand van hersluitbare verpakkingen, doseringsystemen, … Tot slot kunnen ze ook de houdbaarheid aanzienlijk verlengen.

Op moleculair niveau kan echter ook een migratieproces optreden met ongunstige neveneffecten. Zo kunnen onder andere toxische stoffen migreren naar het levensmiddel, er kunnen smaakafwijkingen optreden, enz. Vluchtige componenten (bv. minerale oliën uit drukinkten in omkarton) kunnen zelfs via de gasfase ‘verdampen’ en in voedingsproducten terechtkomen; dit is de zogenaamde MOSH/MOAH-problematiek.

Voedingsproducenten worden geconfronteerd met een wetgevend kader waarin gesteld wordt dat contact- en verpakkingsmaterialen:

  1. geen schadelijke bestanddelen mogen afgeven die ongezond zijn voor de consument;
  2. geen organoleptische wijzigingen mogen veroorzaken;
  3. geen onaanvaardbare wijzigingen van een levensmiddel mogen veroorzaken.
  4. (Bron: Verordening (EU) 1935/2004).

Dat is een hele uitdaging. Want hoe toon je als voedingsproducent aan dat hieraan voldaan wordt?

Voor kunststofverpakkingen werd hiervoor met Verordening (EU) 10/2011 een duidelijk kader gesteld. Voor heel wat andere contactmaterialen is dit echter minder duidelijk. De moeilijkheidsgraad is hier vaak het conflict tussen de wetgeving en regels van sommige landen en/of het gebrek aan duidelijke geharmoniseerde afspraken.

Als voedingsproducent dient men echter steeds alles in het werk te stellen én de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om migratie onder controle te houden. De keuze van het contact- of verpakkingsmateriaal, maar ook een aantal factoren zoals temperatuur, hittebehandeling, aard van het levensmiddel, contacttijd, … zijn hierbij van doorslaggevend belang.

Daarom is het een uitdaging om als voedingsproducent de juiste beslissingen te nemen! Volg daarbij ook de eisen van uw retailer of klant op en hou het wetgevend kader en/of de publicaties van het FAVV in de gaten; heel wat onderzoek is nog lopende…

Deze tekst is een bijdrage van Sarah Laenen (Eva Moens Consult)

Getuigenis

5 September 2019

Jeroen Vereecken – Quality Manager Deliva N.V.

Circulaire economie: de toekomst

5 September 2019

In 2015 werd door de Europese Commissie een actieplan met strategische doelstellingen goedgekeurd met onder andere een actieplan om de overgang naar een circulaire economie in Europa te versnellen. Het omvat 54 maatregelen om de levenscyclus van producten rond te maken: van productie- en consumptiefase tot afvalbeheer en de markt voor secundaire grondstoffen. Daarbij worden 5 prioritaire sectoren aangewezen: kunststoffen, voedselverspilling, onmisbare grondstoffen, bouw & sloop en biomassa & materialen van biologische oorsprong.

Binnen de Europese Unie produceren we met zijn allen momenteel meer dan 2,5 miljard ton afval. Dat komt neer op ongeveer 5 ton afval per burger. Tijd dus om van een traditioneel, lineair economisch weggooimodel over te schakelen naar een circulaire economie. Het levenseinde van producten wordt onder de loep genomen want hergebruiken, herstellen, composteren, recycleren, … bieden talloze mogelijkheden en moeten een volwaardig alternatief worden.

Daarnaast wordt ook ingezet op afvalreductie aan de bron. Met een waaier aan maatregelen wil Europa de plastiekberg verminderen. De nieuwe Europese regels om ‘Single Use Plastic’ (SUP) te bannen, kaderen in dit groter plan. Waar alternatieven beschikbaar zijn, zullen plastieken voorwerpen voor éénmalig gebruik (festivalbekers, plastieken zakjes, rietjes, …) uit de handel genomen worden. De producent betaalt mee aan de kosten voor afvalbeheer, opruiming, bewustmaking van de consument, enz. …

De lidstaten zullen nationale reductiedoelstellingen moeten vaststellen om het gebruik van plastiek te verminderen. De (voedings)industrie zal geprikkeld worden om minder vervuilende alternatieven te ontwikkelen en/of te gebruiken. De ontwikkeling van alternatieve materialen (zoals bagasse, bamboe, papier & karton) zit dus duidelijk in de lift. Plastic verpakkingen laten zich echter niet altijd even eenvoudig vervangen door andere materialen. Denk hierbij aan verwerkbaarheid, barrière-eigenschappen, …

Bijkomend mogen we niet vergeten te kijken naar de herkomst van de grondstoffen. Elke Europese burger consumeert jaarlijks 14 ton grondstoffen. Het circulaire model streeft ernaar om af te stappen van fossiele grondstoffen en op zoek te gaan naar hernieuwbare grondstoffen voor verpakkingsmaterialen, de zogenaamde ‘biobased verpakkingen’. Biobased materialen zijn materialen waarvan de grondstoffen direct of indirect van natuurlijke oorsprong zijn. Er zijn reeds biobased verpakkingen op de markt met dezelfde materiaaleigenschappen (vb. biobased PE, biobased PP, …) als hun homoloog op basis van fossiele grondstoffen. Waar deze enkele jaren geleden kostprijs-technisch uit de boot vielen, beginnen zij zich meer & meer competitief te positioneren.

Opteren voor ‘biobased verpakkingen’ is dus resoluut kiezen voor alternatieve materiaaleigenschappen. In sommige gevallen brengen biobased plastics ook specifieke voordelen met zich mee: ze hebben vaak een beter ademend vermogen waardoor producten zoals sla en brood langer houdbaar en vers blijven. Sommige van deze materialen zijn bovendien van nature antistatisch waardoor minder additieven nodig zijn in vergelijking met conventionele kunststoffen.

De selectie van geschikte materialen is de sleutel om duurzaam te evolueren naar een circulaire economie met minder vervuilende verpakkingsmaterialen die toch alle positieve eigenschappen behouden (houdbaarheidsverlenging, bescherming tegen contaminatie, ...). Een reeks uitdagingen kondigt zich aan…

Deze tekst is een bijdrage van Sarah Laenen (Eva Moens Consult)

Getuigenis

4 April 2019

Patrick Smeets, HR-manager van Goodlife Group (vroeger Izico)

Food safety culture

22 maart 2019

Opnieuw extra papier voor BRC? Of vooral een mooie opportuniteit?

Om aan de continu strenger wordende eisen van klanten te voldoen werden een massa documenten opgesteld, waarbij de nadruk soms meer ligt op het updaten ervan en het invullen van de bijhorende formulieren, dan op het oorspronkelijke doel. Zo kan het dat er maar weinig tijd overblijft voor het “opvoeden” van iedereen in het bedrijf.

Stappenplan voor gedragsverandering

Zou het niet mooi zijn, mocht iedere lijnoperator, iedere verantwoordelijke en ook de bedienden zich zodanig van kwaliteit en voedselveiligheid bewust zijn, dat de initiatieven voor mogelijke verbeteringen eerder van iedereen komen in plaats van enkel de kwaliteitsdienst?

Stappenplan voor gedragsverandering

Om deze reflex te kweken is gedragsverandering nodig, en dat is nu net wat Food Safety Culture beoogt. BRC versie 8 verwacht sinds februari 2019 dat alvast gestart wordt met werken aan de Food Safety Culture. Maar hoe pak je dat aan? Wij hebben alvast een praktisch stappenplan

Stappenplan voor gedragsverandering

  1. Installeer het Food Safety Culture team
  2. Bepaal onderwerpen d.m.v. een brainstorm en bevraging. Behandel hierbij de verschillende onderwerpen zoals verwacht door GFSI:
    • Visie en missie
    • Mensen
    • Bewustzijn voor gevaren
    • Aanpassingsvermogen
    • Consistentie
  3. Stel actieplannen op
  4. Volg deze op
  5. Communiceer
  6. Herzie jaarlijks.

Praktisch

De vragen onder puntje 2 hou je best zo concreet mogelijk. Een voorbeeldvraag en mogelijke antwoorden zouden kunnen zijn:

“Heb je het gevoel dat voedselveiligheid deel uitmaakt van het dagdagelijks beleid ?”:

  • Helemaal niet
  • Enkel als er klanten en externe auditoren op bezoek komen
  • We krijgen daar wel opleiding over maar hebben niet vaak de tijd om daar op te letten
  • We krijgen daar wel opleiding over en we volgen het op omdat het moet
  • Hier wordt zeker en vast elke dag rekening mee gehouden, het wordt altijd van ons verwacht.

Bereid je voor op de audit

In de loop van dit jaar wordt verwacht dat je punten 1 tem 3 afgewerkt hebt. De volgende stappen zullen pas in 2020 geauditeerd worden. Aangezien het de bedoeling is dat de Food Safety Culture door het management getrokken wordt, zal directie dit ook mogen toelichten op audit.

Let op! Momenteel is dit enkel een eis van BRC maar omdat Food Safety Culture opgenomen is in GFSI , zullen IFS en FSCC 22000 snel volgen!

Deze tekst is een bijdrage van Dominique Delanghe (Quality Coaching)

Ready for BRC 8

12 November 2018

Moviemento is helemaal klaar voor de nieuwe BRC 8-standaard voor voedselveiligheid.

Moviemento helpt jouw bedrijf om het belang van voedselveiligheid altijd en overal op de eerste plaats te laten komen. Ook de nieuwe vereisten op het vlak van veiligheid en food defence komen hierin aan bod.

Dankzij de individuele leertrajecten kan je met Moviemento elke werknemer punctueel of gedurende een volledige carrière bijscholen waar nodig en de vorderingen tot in detail opvolgen. Zo maak je van food safety een echte bedrijfscultuur.

Een viertalige opleidingstool voor een internationale workforce

19 Oktober 2018

De opleidingsmodules en de interface zijn in vier talen beschikbaar: Nederlands, Frans, Engels en Duits. Zo kunnen alle binnen- en buitenlandse afdelingen met Moviement aan de slag en ben je er zeker van dat iedereen dezelfde hoogstaande opleidingen volgt.

Bovendien kan je op deze manier ook personeel met een andere moedertaal of seizoenswerkers bereiken.

Lessen op maat, voor iedereen!

28 September 2018

Moviemento helpt om iedereen het juiste niveau te bezorgen. Hoe? Heel eenvoudig, door enkel die lessen aan te bieden waar de kennis bijgespijkerd dient te worden.

Het heeft geen zin om een volledig team een hele dag uit de productiehal weg te houden als de meesten de basis al onder de knie hebben. Door iedereen een individueel leertraject aan te bieden, verlies je minder werkuren en haalt iedereen de eindmeet.

Keurmerk van de sector

20 September 2018

De voedingssector was van meet af aan betrokken bij het ontwikkelen van Moviemento. Het sectorfonds Alimento, in België de opleidingsspecialist bij uitstek voor de voedingssector, stelde met plezier haar expertise en netwerk ter beschikking.

Dankzij deze steun garandeert Moviemento niet alleen relevante en up-to-date opleidingen maar weet de klant ook dat deze in de realiteit van de sector ingebed zijn.

E-learning voor de voedingsindustrie

9 Augustus 2018

Voor de uitbouw van het online leerplatform Moviement werkten specialisten uit verschillende domeinen intens samen. Voor de inhoud van de lesmodules werd beroep gedaan op Food safety coaches en experts in voedselveiligheid, terwijl e-learningspecialisten deze content vertaalden naar concrete online modules voor een divers publiek.

Zo ben je verzekerd van sterke content en een weldoordachte didactiek!

100% papierloos = minder werk

7 Augustus 2018

Papieren en formulieren invullen, behoort dankzij Moviemento voorgoed tot het verleden. Het tijdsintensieve inplannen, organiseren en opvolgen van opleidingstrajecten wordt met Moviemento tot een minimum herleidt.

Als je Moviemento aan je eigen hr-platform koppelt, kan je deze gegevens zelfs rechtstreeks in je eigen informaticasysteem invoeren en bijhouden. Een papierloze administratie is niet alleen goedkoper en eenvoudiger, het is ook goed voor het milieu.

Designed en developed by Noticed